Het was 1948. Fanny Blankers-Koen was 30 jaar oud, moeder van twee kinderen, en zwanger van haar derde kind toen ze op het circuit studeerde tijdens de Olympische Spelen in Londen. Maar het was niet zonder scepsis. Haar critici beweerden dat ze thuis zou moeten blijven, dat lopen tijdens de zwangerschap gevaarlijk was. Bovendien was ze een moeder. Misschien was het tijd voor haar om atletische bezigheden achter zich te laten. Ze had immers al als een 18-jarige deelgenomen aan de Olympische Spelen van 1936 in Berlijn.

Het was op dat moment dat Fanny geschiedenis schreef. Ze liep – en won – de 100m, 200m, 80m horden en de 4x100m estafette, en werd daarmee de eerste vrouw die ooit vier Olympische gouden medailles mee naar huis nam. Het is een overwinningsvlucht die vandaag nog steeds bestaat.

Blankers-Koen (toen nog Koen) werd in 1918 geboren in Lage Vuursche, een dorpje in Nederland. Haar vader deed aan atletiek. Hij wierp de discus en deed aan kogelstoten. Fanny groeide op temidden van vijf broers. Het was dus geen verrassing dat Fanny ook een atlete werd. Terwijl ze meedeed aan een handvol sporten, duurde het nog enige tijd voordat ze echt begon met atletiek.

In haar derde race ooit – de 800m – legde de 17-jarige Fanny een Nationaal record neer, waardoor ze een plek veroverde in het Nederlandse Olympische Team in 1936. Maar uiteindelijk deed ze niet aan de Spelen mee … tenminste niet op die afstand. In die tijd werd de “halve mijl” beschouwd als “te fysiek en veeleisend” voor vrouwelijke deelnemers. Dus werd de afstand van het programma gehaald. Pas in 1960 kwam de 800m voor dames weer terug op het programma van de Olympische Spelen. 

Kort na Fanny’s prestatie ontmoette ze haar coach en toekomstige echtgenoot, Olympisch hink-stap-springer Jan Blankers. Onder zijn leiding trainde Fanny beide sprintonderdelen, maar ook hoogspringen. Fanny ging op deze onderdelen naar de Olympische Spelen van 1936 in Berlijn.

Gedurende de volgende jaren, zelfs met twee Olympische annuleringen vanwege de Tweede Wereldoorlog, bleef Fanny races winnen en plaatste records over de hele wereld, terwijl zij tegelijkertijd een gezin stichtte. Fanny kwam op wonderbaarlijke wijze terug naar de training en begon al snel met wedstrijden, slechts enkele weken na de geboorte van haar eerste zoon.


Gedurende Fanny’s sportcarriere is zij altijd doelwit geweest voor haar keuzes om haar sport te bedrijven en dit te combineren met het moeder zijn. Maar dat is misschien wel meer dan haar vier Olympische gouden medailles, wat Fanny tot zo’n buitengewoon atletisch rolmodel maakt. Haar toewijding aan de atletiekbaan maakte de weg vrij voor generaties vrouwen die zouden komen. Fanny heeft een belangrijke rol gespeeld bij het uitroeien van het idee dat moederschap een belemmering is voor atletisch succes.