De marathon volgens Ronald Schröer Een avontuur om je doorheen te knokken

Scroll this

Na 15 marathons leert topatleet Ronald Schröer nog steeds bij. Op 21 oktober staat hij aan de start van de TCS Amsterdam Marathon, waar ook het NK gehouden wordt. Zijn belangrijkste les voor deze marathon is: ‘Niet te hard starten en zorgen dat ik energiezuinig blijf lopen’.

‘Toen ik voor het eerst een marathon liep, had ik geen idee wat ik kon verwachten. Op de halve afstand liep ik 1:08.59; het zegt wel iets, maar niet alles over wat je kunt op de hele afstand’, herinnert Ronald Schröer zich. Het ging niet zoals hij misschien had gehoopt of gepland. ‘Het begon er al mee dat het ontzettend warm was. Daarom leek het mij verstandig om mijn doel bij te stellen naar een eindtijd van 2:24. Maar een dag van te voren hoorde ik dat er een groep atleten weg zou gaan op 1:10 op de halve. Mijn coach zei: loop maar met hen mee.’ Het was de enige keer dat Schröer de man met de hamer tegenkwam. ‘Na 15 kilometer ging ik een beetje stuk, maar wist ik me te herpakken. Nadat ik in 1:11.30 halverwege doorkwam, ging ik stap voor stap steeds langzamer. Bij het 38-kilometerpunt stond die man met de hamer: BAM. Vlak voor dat punt dacht ik nog: het gaat wel. Maar ineens, echt plotseling, was het helemaal over.’ Hij had het zo zwaar dat hij geen idee had hoe hij de finish moest halen. De Noord-Hollander had zoiets nog niet eerder meegemaakt en had dus geen plan, behalve dat hij steeds maar de ene voet voor de andere bleef zetten – hij finishte in 2:28.47.

Knokken

Uitstappen zit niet in zijn systeem. ‘Dat doe ik gewoon niet. Hoe zwaar het ook is, ik maak altijd af waar ik aan begin. Het is een avontuur dat ik aanga; daar stop je niet zomaar mee.’ Zijn vader stapte vroeger wel eens uit een race. ‘Hij leerde me dat je in elke wedstrijd wel een lastig moment tegenkomt en dat uitstappen steeds makkelijker wordt. Ik vind het zo mooi om me erdoorheen te knokken.’ Op zijn veertiende liep hij al lange stukken; hij deed aan triatlon. Jarenlang trainde hij bij TDR, een grote groep atleten in Noord-Holland. ‘Ik groeide op met allemaal goede marathonlopers om me heen; ik kon heel goed opschieten met Hugo van den Broek (met een beste tijd van 2:12 op de marathon) en later met Martin Lauret.’ Ze waren leermeesters voor de fanatieke Schröer. ‘Lauret kwam bij onze groep toen hij 34 was. Hij had zoveel passie en plezier in de sport; dat moet je echt hebben als marathonloper.’ Ook Michel Butter is een goede vriend van Schröer. ‘Met hem heb ik een speciale band. Als we samen lopen vliegt de tijd.’

Energiezuinig

Tegenwoordig trainen Schröer en zijn vrouw Jill Holterman bij trainer Gerard van Lent, die een andere aanpak hanteert. ‘Om onder de 2:16 te duiken, train ik heel veel op marathontempo. Zo leer ik om lange stukken op dat tempo te kunnen blijven lopen.’ Daarnaast doet hij uiteraard de lange duurlopen; laatst liep hij in drie uur tijd 46 kilometer. ‘Dat moet met een lage hartslag, om mijn motor energiezuinig te laten worden. Het vermogen om de marathon harder te lopen heb ik wel; het zit hem in die verbranding.’ Hij kan beter rustiger starten en zoveel mogelijk op vetverbranding lopen. Omdat hij vier dagen per week in een hardloopwinkel werkt, moet hij effectief herstellen. Daarom traint hij altijd met een hartslagmeter. ‘Ik vind het machtig mooi om achteraf alle gegevens te analyseren. Ik zie bijvoorbeeld aan mijn tempo en hartslag precies waar ik wind tegen had.’ De allergrootste winst voor recreatieve marathonlopers zit hem volgens Ronald in die hartslagmeter. ‘Je maximale hartslag is niet simpelweg 220 min je leeftijd; je moet (laten) uitzoeken wat jóuw marathonhartslag is en het tempo dat daarbij past. Zo leer je langzaam te trainen en wordt je motor zuiniger – als je minder brandstof verbruikt, ga je minder snel stuk.’ En die man met de hamer? Die heeft hij tot nu toe niet meer teruggezien.

De favoriete hardloopschoenen van Ronald Schröer

Submit a comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *

* Checkbox GDPR is verplicht

*