Lars Swiers (36): “In het weekend van 18 mei is het zover, dan ga ik – als alles goed gaat – mijn eerste tien kilometer wedstrijd lopen. De vijf had ik al gedaan in november, maar die vond ik wat kort. Ik had echt het gevoel nog wat over te hebben. Vandaar dat ik nu train voor een langere afstand. Dat doe ik met een schema, van Endomondo. Die app heeft trainingsprogramma’s waarbij je kan invoeren of je op afstand of snelheid traint én hoe vaak je wilt trainen. Ik heb gekozen voor drie keer per week. Voor de techniek, het juiste
EERST DE AFSTAND MAAR ZIEN TE HALEN
schoeisel en andere tips kan ik bij mijn vader terecht. Hij liep vroeger marathons en deelt graag zijn ervaringen met mij. Soms gaat hij mee en kijkt dan naar mijn paslengte en houding. Ik vind het erg bijzonder om dat met mijn vader te kunnen doen. Ook omdat mijn jongste zoon, die af en toe met me mee loopt en al een paar 800 meter wedstrijdjes heeft gelopen, dan meegaat. Dan zijn er dus drie generaties samen bezig met hardlopen. Helaas heeft mijn vader last van zijn rug, anders had hij ook wel meegelopen. In mei komt hij me aanmoedigen. Ik heb nog geen idee hoe snel ik wil lopen, ik loop meestal rond de vijfeneenhalve minuut per kilometer dus ik zal er wel een uur over doen. Eerst de afstand maar zien te halen.”
Iris van Zijl (22): “Je kunt me wel een funloper noemen, want ik probeer regelmatig hard te lopen, maar kom daar niet altijd aan toe. Tenzij ik me heb ingeschreven voor een evenement, dan loop ik een paar keer per week. Ik heb het niet zo op die hardloopwedstrijden waar het alleen maar om de snelheid gaat. Doe mij maar iets bijzonders met iets extra’s en zonder tijdregistratie. Zoals The Color Run, waar ik vorig jaar met mijn vriendinnen aan mee heb gedaan. Voor de eerste Color Run had ik wel wat getraind, ik was nog maar net begonnen met hardlopen en wist niet wat me te wachten stond. Het viel me reuze mee
ZO’N EVENEMENT IS ECHT EEN DAGJE UIT
en ik had echt een hele leuke dag, al kon ik nog niet de hele vijf kilometer rennen. Ik had het zo naar mijn zin met mijn vriendinnen. De periode erna schoot het hardlopen er bij in, tot er een tweede editie van The Color Run kwam. Daar heb ik weer aan meegedaan, ongetraind dit keer. De avond er voor waren we uit geweest dus we stonden niet helemaal fris aan de start, maar we hadden weer een hele gave dag. Helemaal met dat feest achteraf. Iedereen die stond te feesten zat onder de kleuren. Hartstikke tof. Mijn schoenen zijn nog steeds roze. Dit jaar wil ik graag meedoen aan de Electric run. Ik hoop dat ik een startbewijs kan krijgen, want The Color Run was ook al heel snel uitverkocht. Niet zo gek ook. Zo’n evenement is meer dan hardlopen, het is echt een dagje uit.”
Andrea van Lieshout (34): “Mijn loopagenda zit bomvol, ik vind het zo leuk om mee te doen aan wedstrijden dat ik het moeilijk vind me op één ding te focussen. Misschien moet ik er dit jaar een paar schrappen. Ik moet nu gericht trainen, want ik wil in Berlijn dertig minuten van mijn pr aflopen. Dat is veel, misschien extreem, maar wel haalbaar. In 2009 liep ik mijn laat- ste marathon in 3:48:25 en ik voelde dat ik beter kon. Nu ik een paar jaar verder ben, moet ik het kunnen verbeteren. Dertig minuten is ook wel een mooi rond getal. Daarbij komt dat ik de uitdaging ook echt nodig heb. Omdat ik al iets van veertien jaar hardloop en regelmatig aan wedstrijden mee doe, hoef ik niet zoveel meer aan te passen in mijn leven. Ik loop zo’n zeven dagen per week. Ik doe duurtrainingen, intervallen en in het weekend een
IK WIL DERTIG MINUTEN VAN MIJN PR AFLOPEN
heuveltraining met mijn trainingsgroep. Verder doe ik aan krachttraining en als ik tijd heb ga ik graag een stukje fietsen. Daarnaast heb ik dan nog mijn blog runandrearun.nl, zo ben ik al snel de hele tijd met sport bezig. Het is een beetje een uit de hand gelopen hobby. Ik zorg er altijd voor dat ik goed eet. Mijn lichaam verbrandt zoveel dat ik ook echt voeding nodig heb. Dat haal ik niet uit een kant-en-klare-maaltijd of pakje. Eten doe ik zoveel mogelijk vers. De enige aanpassing die ik nodig heb is die rem, zodat ik ruimte heb om gericht te trainen. Die dertig minuten, daar maak ik me niet zo’n zorgen om, maar die minder volle agenda? Dat gaat nog een uitdaging worden.”